Musicus index legum! Interview met Piet Kee

door Hans Fidom | Het ORGEL | Jaargang 100 | (2004) | Nummer 1

 

Hans Fidom Musicus index legum! Interview met Piet Kee
Het ORGEL 100 (2004), nr. 1, 5-14 [samenvatting]

 

Piet Kee (1927), tot het einde van de jaren ’80 organist van de Laurenskerk in Alkmaar en de Bavokerk in Haarlem en bovendien werkzaam als conservatoriumdocent in Amsterdam, concentreert zich sinds enkele jaren op zijn werk als componist. Bekende werken voor (of met) orgel zijn Bios, Bios II, Network en The Organ. 
Een belangrijke aspect in het werk van de kunstenaar is diens zoektocht naar ‘hoe het zit’. Hij bestudeerde beeldende kunst (zoals schilderijen van Pieter Saenredam) en muziek (zoals passacaglia’s van Bach en Buxtehude) uit de 17de en 18de eeuw, en kwam zo onder meer ‘compositiemodellen’ op basis van getalsverhoudingen op het spoor. Kenmerkend voor de manier waarop hij daarmee omgaat is een grote nuchterheid: muziek dient helder geconstrueerd te zijn en ook zo te klinken. Invloeden uit de 20ste eeuw blijken met name uit het gebruik van reeksen en het verwerken van vogelzang. 
Piet Kee vind dat een kunstenaar zijn eigen en dus eigentijdse stijl dient te vinden; daarbij hoort een perspectief waarvan andere kunsten integraal deel uitmaken. Zich beperken tot orgels en orgelmuziek bekritiseert hij, evenals historiseren. Hij zegt daarover onder meer: ‘Het is niet de ouderdom van kunstwerken die ik bekritiseer, maar de manier waarop in de historiserende sector met kunstwerken wordt omgegaan. Mijn kritiek heeft twee aspecten. In de eerste plaats zie ik absoluut geen heil in terugkijken naar de historie in de hoop, laat staan de overtuiging, er een referentie voor artistiek handelen nú in te kunnen ontdekken. In de tweede plaats: overmatige aandacht voor voorwerpen van vroeger leidt bijna altijd tot kneuterigheid.’
Als motto gebruikt Piet Kee soms de drie woorden die op een anoniem portret van Christoph Gottlieb Schröter (1699-1782) staan rond een afbeelding van enkele driehoeksgetallen: ‘Musicus index legum’; de musicus toont de wet. Of, op z’n 21ste-eeuws in de zin van Piet Kee geïnterpreteerd: de kunstenaar laat zien ‘hoe het zit’.