Orgelbouwnieuws: Escharen, St.-Lambertuskerk

Het ORGEL | Jaargang 99 | (2003) |
Escharen, St.-Lambertuskerk
[Orgelbouwnieuws uit de ORGELkrant 2003/12 december]

Op 27 april werd het gerestaureerde orgel in de St.-Lambertuskerk te Escharen opnieuw in gebruik genomen. De restauratie van dit bijzondere instrument werd uitgevoerd door Verschueren Orgelbouw onder advies van Jan Boogaarts en Rudi van Straten. Ofschoon de vroegste geschiedenis van het orgel nog altijd in nevelen gehuld is, kon tijdens de werkzaamheden wel een aantal vragen worden beantwoord. De windlade van het orgel bleek nagenoeg identiek te zijn aan die in het orgel van de Salviuskapel te Limbricht. Daarnaast vertoont het orgel van Escharen grote gelijkenis met het orgel in de St.-Trudokerk te Opitter (België). Op basis van deze gegevens wordt het orgel van Escharen thans toegeschreven aan de uit Kornelimünster afkomstige orgelmaker Johan Jacob Brammertz (1668-1729). Waarschijnlijk maakte deze bij de bouw van het instrument gebruik van een hoeveelheid pijpwerk uit de 17de eeuw. In elk geval is in enkele registers 17de-eeuws pijpwerk aanwezig uit een orgel dat oorspronkelijk een kort octaaf bezat. Voor welke kerk Brammertz het instrument oorspronkelijk bouwde is echter nog altijd niet bekend. Zeker is wel dat het orgel oorspronkelijk een Onderpositief had, dat op enig moment is verwijderd. Voor het Manuaal, dat in eerste aanleg een omvang van 48 tonen had(CD-c3) is ooit een aanvullingslade gemaakt voor de tonen cis3-f3.
Ofschoon er nog geen archivalische bewijzen voorhanden zijn, gaat men er thans van uit dat het orgel in 1803 in de parochiekerk van Reek geplaatst werd. Toen daar in 1829 een nieuw instrument van Klaas Smits werd voltooid, kreeg het instrument een nieuwe bestemming in de voormalige schuurkerk van het naburige Escharen. In 1834 voerde F.C. Smits herstelwerkzaamheden uit, waarbij ondermeer 18 houten pijpen geleverd werden. Negen jaar later kreeg het orgel twee nieuwe blaasbalgen. In 1864 werd het orgel overgeplaatst naar het huidige kerkgebouw. Wellicht was ook nu F.C. Smits daarvoor verantwoordelijk. In elk geval bleef het orgel tot 1923 bij de orgelmakers Smits in onderhoud. Gedurende deze periode bleef het instrument nagenoeg ongewijzigd. Wel leverde Smits in 1884 nog een nieuw handklavier.
In 1954 werd het orgel gerestaureerd door de firma Gebr. Vermeulen (Weert). De belangrijkste ingrepen bestonden uit het aanbrengen van een windmachine, het verplaatsen van de klaviatuur van de achterzijde naar de voorzijde van het orgel en het aanbrengen van een nieuw pedaalklavier. Als gevolg van deze ingrepen ging één van de twee spaanbalgen uit 1843 verloren.
Reeds in 1970 werden plannen gemaakt voor een nieuwe restauratie, maar deze vonden geen doorgang. Omstreeks 1990 was het orgel nagenoeg onbespeelbaar geworden en verkeerde ook het kerkgebouw in slechte staat. Nadat de restauratie van de kerk in 1999 werd voltooid kon ook aan herstel van het orgel worden gewerkt. Uiteindelijk kreeg Verschueren Orgelbouw de opdracht voor de restauratie die in december van het vorig jaar werd afgerond.
Om de klankuitstraling van het orgel te bevorderen is het instrument verder naar voren geplaatst. Van een plaatsing in de balustrade moest om bouwkundige en financiële redenen worden afgezien. Ook het verdwenen Onderpositief werd niet gereconstrueerd. Wel verhuisde de klaviatuur weer naar de achterzijde van de kast. De orgelkast is zorgvuldig hersteld en vervolgens opnieuw geschilderd en verguld. Dit schilderwerk werd uitgevoerd door Gerard Ridderhof (Deil). Het aanwezige handklavier (1884) is gehandhaafd. Voor het aangehangen pedaal was nog een 18de-eeuws wellenbord met een omvang van CD-e aanwezig, Het aangetroffen pedaalklavier is vervangen door een nieuw exemplaar. De windladen en de oude spaanbalg (1843) zijn zorgvuldig gerestaureerd. Ook de mechanieken zijn hersteld en (waar nodig) vernieuwd. Tenslotte is het pijpwerk – dat grotendeels uit de 17de en 18de eeuw dateert – hersteld en waar nodig gecompleteerd.
De dispositie: Manuaal (CD-f3): Holpijp 8 (C-fis hout, 1834), Praestant 8 (vanaf e1), Salicionaal 8 (CD-cis1 gedekte fluit 4, vervolg open), Praestant 4, (CD-f2 in het front, vervolg op de lade), Fluit 4 (CD-c2 gedekt, vervolg open), Octaaf 2, Sifflet 1 (cis3-f3 nieuw), Cimbel II, Trompet B/D 8, Dulcian 4 (cis3-f3 nieuw). Aangehangen pedaal (CD-e). Tacet. Winddruk: 63 mm wk. Toonhoogte: a1 = 415 Hz. Temperatuur: 1/8 komma. 
Bron: Jan Boogaarts en Herman Peters (red.), Het orgel in de H. Lambertuskerk Escharen. Escharen, 2003. Dit boekje kan besteld worden door € 9 over te maken op rekening 9830.99.596 van Orgelstichting Lambertuskerk Escharen, Burgemeester de Bourbonplein 4, 5364 PT Escharen, onder vermelding van ‘orgelboekje’.

Zie ook: http://www.orgelsite.nl/kerken9/escharen.htm