De componist Fons Brouwer
door Anthony Fiumara | Het ORGEL | Jaargang 99 | (2003) | Nummer 3
Anthony Fiumara | De componist Fons Brouwer Het ORGEL 99 (2003), nr. 3, 5-11 [samenvatting] |
De componist Fons Brouwer (1963) raakte in 1986 sterk onder de indruk van Morton Feldman, toen deze zei: ‘Het orgel uit het orgel nemen is de enige manier om het orgel recht te doen’. Daarmee bedoelde Feldman dat het als instrument op zichzelf moet worden beschouwd, niet a priori als kerkorgel. Brouwer was als componist leerling van Daan Manneke. Recent voltooide Brouwer Festina lente, geschreven in opdracht van het Internationaal Schnitger Orgelconcours in juni 2003 in de St.-Laurenskerk in Alkmaar.
In Brouwers werken komt een bepaald element steeds terug, dat nog het best met het woord ‘herinnering’ te karakteriseren is. In het orgelwerk Quintessens (1993) begint de pedaalpartij zeer laat, maar is dan zo present dat het is alsof het werk zich deze mogelijkheid plotseling herinnert. Andere technieken die Brouwer hanteert zijn met behulp van de computer gemaakte schema’s en parameters; bij het componeren van Sellingers Rownde (1992) bijvoorbeeld om materiaal uit Byrds variaties op dit thema te bewerken tot basismateriaal. De zanglijn van La casa (1990) schreef Brouwer onafhankelijk van die van de piano; hij legde beide partijen pas in een later stadium over elkaar, een werkwijze die aan Cage doet denken.
In Festina lente, dat door deelnemers aan het Alkmaarse concours op het Van Covelens-orgel uit 1511 gespeeld dient te worden, maakt Brouwer gebruik van de middentoontemperatuur van het instrument: ‘De toonladder van C-groot klinkt er al als moderne muziek voor onze getempereerde oren.’ Het stuk kenmerkt zich onder meer door steeds opnieuw in clusters vastlopende en in echo’s beantwoorde toonladders.