Orgelbouwnieuws: St.-Pauls (I), Pfarrkirche

Op 8 september werd het nieuwe Verschueren-orgel in de parochiekerk te St.-Pauls in gebruik genomen. Het instrument is gebouwd als ‘zwaluwnest-orgel’ en bevindt zich op de plaats waar zich van 1599 tot 1689 het Schwarzenbach-orgel bevond. Dit instrument, oorspronkelijk gebouwd als zwaluwnest-orgel, verhuisde in 1689 naar de Peterskirche te Auer en werd in de loop der jaren veelvuldig gewijzigd. In de jaren 1982-1986 vond een reconstructie plaats, waarbij de oorspronkelijke toestand grotendeels werd hersteld.
Het orgel dat Eugenio Casparini (1623-1706) in 1689 bouwde, werd in 1895 vervangen door een instrument van de firma Reinisch. In dit orgel, voorzien van mechanische kegelladen en Barker-machine, bleef enig pijpwerk van het Casparini-orgel bewaard. Nadat het Reinisch-orgel in 1998 was gerestaureerd, werden de reeds lang bestaande plannen voor een koororgel nieuw leven ingeblazen. Aangezien de oorspronkelijke plaats van het Schwarzenbach-orgel nog ‘vrij’ was, besloot men om het nieuwe koororgel als zwaluwnest-orgel te laten bouwen. Uiteindelijk kreeg Verschueren Orgelbouw de opdracht voor de bouw van dit instrument.
De dispositie: Hoofdwerk (Manuaal II, C-f3): Bourdon 16, Prestant 8, Roerfluit 8, Octaaf 4, Quint 3, Superoctaaf 2, Mixtuur V (met apart registreerbaar repeterend tertskoor), Cornet D IV (vanaf cis), Tompet B/D 8. Rugpositief (Manuaal I, C-f3): Holpijp 8, Prestant 4, Fluit 4, Octaaf 2, Quint 1 1/2, Sesquialter II, Scherp IV, Cromhorn 8. Pedaal (C-d1): Subbas 16, Octaaf 8, Trompet 8, Claron 4. Koppelingen HW-RP B/D, Ped-HW, Ped-RP. Nachtegaal, Tremblant. Winddruk: 68 mm wk. Toonhoogte: a1 = 440 Hz bij 18 §C. Temperatuur: 1/5 komma (Bach-Kellner). 
Bron: Schwalbennestorgel St. Pauls, Festschrift zur Orgelweihe. St. Pauls, 2002. Met dank aan Verschueren Orgelbouw