Orgelbouwnieuws: Emmeloord, Moriakerk
Het ORGEL | Jaargang 98 | (2002) | Nummer 7
Leverkusen-Hitdorf, Katholische St.-Stephanuskirche [Orgelbouwnieuws uit de ORGELkrant 2002/07 juli/augustus] |
De fraaie neoromaanse St.-Stephanuskiriche te Leverkusen-Hitdorf beschikte sinds 1909 over een instrument van de firma Klais (Bonn). Dit orgel, oorspronkelijk opgesteld in twee kasten, raakte tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd. Omdat het instrument in de daaropvolgende jaren, geheel in de geest van de tijd, niet alleen werd hersteld maar ook ingrijpend gewijzigd, resteerde van het oude orgel nog slechts een gehavend torso. Vanwege toenemende problemen, vooral met het elektro-pneumatische regeerwerk, besloot het kerkbestuur in 1997 het orgel te laten vervangen. Uiteindelijk kreeg F.R. Feenstra in 1999 de opdracht voor de plaatsing van een Engels orgel. Het werd op 10 maart 2002 in gebruik genomen.
De geschiedenis van het instrument, dat in eerste aanleg werd gebouwd door George Maydwell Holdich (1816-1896), gaat terug tot omstreeks 1872. Holdich leverde toen een tweeklaviers instrument voor de zojuist voltooide St. Paul’s Church te London Chiswick. De vermoedelijke dispositie luidde als volgt: Great (C-f3): Open Diapason 8, Clarabella 8, Dulciana 8, Principal 4, Flute 4. Swell (C-f3): Double Diapason B/D 16, Open Diapason 8, Stop Diapason B/D, Dulciana 8, Principal 4, Fifteenth 2, Mixture, Trumpet B/D 8, Hautboy 8. Pedal (C-e1): Open Diapason 16, Bourdon 16 (C-H transmissie van Double Diapason Swell).
In 1891 werd het orgel vergroot tot een drieklaviers instrument. Voor het Great vervaardigde men een nieuwe, pneumatisch bediende, lade. De oude lade van het Great gebruikte men voor het nieuwe Choir. Gedurende de tweede helft van de 20ste eeuw raakte het orgel echter meer en meer in verval. Het kleinere pijpwerk van het Great werd zelfs verwijderd om de luidsprekers van een electronicum in de kast te kunnen plaatsen. De gehavende restanten werden uiteindelijk in 1993 door Feenstra gedemonteerd en opgeslagen.
Bij de thans voltooide restaurate/reconstructie werd gepoogd het nog bewaarde materiaal zo goed mogelijk te conserveren en op te nemen in een nieuw concept in Holdich-stijl, zij het dat het Choir nu als Rugpositief geplaatst werd. Voor het Great vervaardigde men een nieuwe lade in Holdich-factuur. De lade van het Swell is nu boven die van het Great geplaatst. De kanalen, mechanieken en het lagerwerk zijn dan ook nagenoeg geheel nieuw gemaakt. Voor de vormgeving van het nieuwe front stond het Hill-orgel (1848) van de kerk van St. Mary-at-Hill (London) model. Het snijwerk werd vervaardigd door T.T. Top (Kruisweg). De nieuwe metalen pijpen zijn vervaardigd door de firma Stinkens, die ook verantwoordelijk was voor de vergulding van de frontpijpen. Het nog bewaarde pijpwerk uit 1872 werd geheel opnieuw gebruikt en aangevuld met enig pijpwerk uit 1891 alsmede een tweetal tongwerken van de firma Vowles (1873), uit voorraad van de orgelmaker. Opmerkelijk is nog de aanwezigheid van een Superoctaaf-koppel voor het Swell. Daartoe zijn de eerste vijf registers van dit werk op de lade van een extra octaaf in de discant voorzien. Een dergelijke koppel paste Holdich vanaf 1843 vaker toe en was ook in het orgel van 1872aanwezig.
De dispositie: Great (Manuaal II, C-g3): Double Open Diapason 16 (1891, G-h1 nieuw, C-Fis hout gedekt), Open Diapason 8 (1872), Clarabella 8 (1891, hout, C-h gedekt, discant open), Principal 4 (1872), Twelfth 2 2/3 (nieuw), Fifteenth 2 (nieuw), Tierce 1 3/5 (nieuw), Sesquialtra II (nieuw), Mixture III (nieuw), Trumpet 8 (1891), Clairon 4 (1873). Choir (Manuaal I, C-g3): Clarabella 8 (1872, hout, C-h gedekt, discant open), Dulciana 8 (1872), Principal 4 (nieuw, C-h in front), Flute 4 (1872), Piccolo 2 (nieuw, open hout), Cremona 8 (1891). Swell (Manuaal III, C-g3): Double Diapason 16 (1872, C-Fis gecombineerd met Great), Open Diapason 8 (1872, C-Fis open hout), Dulciana 8 (1872), Stop Diapason 8 (1872, hout), Principal 4 (1872), Fifteenth 2 (1872), Mixture III (nieuw), Cornopean 8 (1872), Hautboy 8 (1872). Pedal (C-f1): Double Open Diapason 16 (1872, open hout), Bourdon 16 (1872, hout), Octave 8 (nieuw), Super Octave 4 (nieuw), Trombone 16 (nieuw), Trumpet 8 (1873). Koppelingen: Swell to Great, Swell to Choir, Choir to Great, Swell Octave, Great to Pedal, Swell to Pedal, Choir to Pedal. Tremulant Swell. Treden: Trigger-Swell, Plenum an, General Null. Winddruk: 70 mm wk. Toonhoogte: a1 = 440 Hz bij 17º C. Temperatuur: niet evenredig zwevend.
Bron: Katholische Kirchengemeinde St. Stephanus, Die überraschende Alternative, eine englische Orgel am Rhein, Maart 2002
[Rogér van Dijk]