Orgelbouwnieuws: Houten, R.-K. kerk Onze Lieve Vrouwe ten Hemelopneming

Het ORGEL | Jaargang 98 | (2002) | Nummer 4
Houten, R.-K. kerk Onze Lieve Vrouwe ten Hemelopneming
[Orgelbouwnieuws uit de ORGELkrant 2002/04, april]

Op9 september 2001 werd het gerestaureerde Maarschalkerweerd-orgel in de R.-K.kerk van Onze Lieve Vrouwe ten Hemelopneming opnieuw in gebruik genomen. Bij debouw van dit uit 1907 daterende instrument, maakte Maarschalkerweerd gebruik vande windlade en het pijpwerk van het voormalige orgel. Dit éénklaviersinstrument met aangehangen pedaal was in 1845 gebouwd door de orgelmakersStulting en Maarschalkerweerd voor de oude schuurkerk van Houten. In 1885verving men dit bescheiden kerkje door het huidige kerkgebouw, naar ontwerp vanAlfred Tepe. Het orgel werd opgeslagen, maar herplaatsing zou zeer lang op zichlaten wachten. Een schenking van 2500 gulden maakte uiteindelijk in 1906 de bouwvan een ‘nieuw’ orgel mogelijk. Dit instrument werd in twee kasten aanweerszijden van het westvenster geplaatst. Opvallend aan deze opstelling is hetfeit dat de beide identieke fronten naar elkaar toe gewend zijn. De oudesleeplade en het grootste deel van het bijbehorende pijpwerk werd gebruikt voorhet nieuwe Hoofdwerk en kreeg een plaats in de rechterkast. De grootste 27pijpen van de nieuwe Bourdon 16, die door een pneumatische transmissie ook alsSubbas 16 fungeerden kregen een plaats in de linkerkast, waar ook het geheelnieuwe Positief geplaatst was.

In1928 voerden de orgelmakers Collard en Van Brussel, die de firmaMaarschalkerweerd tot 1940 zouden voortzetten, herstelwerkzaamheden aan hetHoutense orgel uit. Vermoedelijk vernieuwden zij de pneumatiek en voegden zijpneumatische kegellaatjes voor de frontpijpen van de Prestant 8 van hetHoofdwerk toe. Ook de dispositie bleef niet onaangetast. Het Hoofdwerk verloorzijn Dulciaan 8 en op het Positief werd de Violine 4 opgeschoven tot VoixCeleste 8 (vanaf c). Daarnaast vervingen zij de Fluit Amabilis 4 door een nieuwexemplaar dat – blijkens inscripties op het pijpwerk – afkomstig was van hetMaarschalkerweerd-orgel van de St.-Nicolaaskerk te Baarn (1886). In 1939 vondenopnieuw wijzigingen plaats, ditmaal uitgevoerd door de firma J.J. Elbertse. Bijdie gelegenheid verving men de pneumatische transmissie van Bourdon en Subbasdoor elektropneumatiek en werd het Hoofdwerk verrijkt met een Terts 1 3/5 op delege plaats van de Dulciaan. Op het Positief verviel de Voix Celeste en voegdemen een Gemshoorn 2 toe.

Zeeringrijpend waren de werkzaamheden die de firma Jos. Vermeulen in 1968 uitvoerde.De windladen werden voorzien van telescoophulzen en de dispositie werdingrijpend gewijzigd. Op het Hoofdwerk verdween de Gamba 8 en werden Quint 3 enTerts 1 3/5 samengevoegd tot Sesquialter D II; daarnaast plaatste men een nieuweMixtuur IV-V en een Schalmei 8. De bestaande Fluit 4 verhuisde naar het Positiefen werd vervangen door de daar aanwezige Fluit Amabilis 4. Dit laatste registerwerd bij die gelegenheid echter naar beneden opgeschoven en van nieuwe kernenvoorzien. Op het Positief werd de Vioolprestant 8 opgeschoven tot Prestant 4; dehouten pijpen werden verwijderd en de frontpijpen van het groot octaaf buitenwerking gesteld. Daarnaast verdween de Aeoline 8 ten gunste van een Quint 1 1/3en voegde men een Kromhoorn 8 toe. Tenslotte voegde men door middel van eenelektrische transmissie van de Subbas 16 een Gedekt 8 en een Fluit 4 toe. In1979 voerde de firma J.J. Elbertse & Zn. herstelwerkzaamheden uit, waarbijde ontbrekende pijpen in de discant van de Bourdon 16 werden bijgemaakt.Desondanks achtte men de toestand van het orgel niet bevredigend en maakte vanaf1992 maakte men plannen voor een algehele restauratie.

Bijde vorig jaar voltooide restauratie, uitgevoerd door Flentrop Orgelbouw onderadvies van Ton van Eck (namens de KKOR), werd de toestand van 1907 alsuitgangspunt genomen. De beide orgelkasten werden hersteld en gereinigd. Debalgen zijn opnieuw beleerd en de winddruk is verlaagd naar de oorspronkelijketoestand. De windladen zijn volledig gerestaureerd waarbij de telescoophulzenzijn verwijderd en de roosters (waar nodig) vernieuwd. De pneumatiek voorBourdon 16 / Subbas 16 is hersteld waarbij een uit voorraad van de orgelmakerafkomstig transmissie-apparaat is gebruikt; de mechanieken zijn hersteld. Hetuit 1968 daterende kunststof toetsbeleg van de handklavieren is vervangen doorbeen; ook de niet originele registerplaatjes zijn vervangen door porseleinenexemplaren. Voor de Subbas 16 werd een nieuwe registertrekker vervaardigdterwijl de gaten van de vervallen registertrekkers zijn gestopt. Voor hetherstel van de oorspronkelijke dispositie stelde de orgelmaker enig pijpwerk uitvoorraad beschikbaar.

Dedispositie: Hoofdwerk (Manuaal I, C-f3): Bourdon 16 (1907/1979 geheelhout), Prestant 8 (C-D hout, Dis-g1 front, 1907, rest op de lade,1845), Gamba 8 (C-H gecombineerd met Holpijp, vervolg uit voorraad orgelmaker),Salicionaal 8 (grotendeels 1845, C-f gecombineerd met Prestant 8), Holpijp 8(1845, C-H eiken, vervolg metaal), Octaaf 4 (1845/1907), Fluit 4 (1845), Quint 3(bas nieuw, discant 1845), Octaaf 2 (1845), Dulciaan 8 (nieuw). Positief(Manuaal II, C-f3): Vioolprestant 8 (C-D hout, nieuw, Dis-g1front, rest op de lade, 1907), Aeoline 8 (C-H gecombineerd met Bourdon, rest uitvoorraad orgelmaker), Bourdon 8 (1907, C-H grenen), Violine 4 (uit voorraadorgelmaker), Fluit Amabilis 4 (Maarschalkerweerd 1886, afkomstig uitSt-Nicolaaskerk Baarn), Pedaal (C-d1): Subbas 16 (transmissie Bourdon16 HW). Koppelingen: HW-Pos, Ped-HW. Winddruk: HW en Pos 72 mm wk., Ped 87 mm wk.Toonhoogte: a1 = 440 Hz. Temperatuur: evenredig zwevend.

Bron: Flentrop Orgelbouw en Dr. Ton van Eck,Geschiedenis Maarschalkerweerdorgel Houten, Houten 2001