Orgelbouwnieuws: Purmerend, Evangelisch Lutherse Kerk
Het ORGEL |Jaargang 98 |(2002) |Nummer 1Purmerend, Evangelisch Lutherse Kerk [Orgelbouwnieuws uit de ORGELkrant 2002/01, januari] |
Op 8 december werd het Van Dam-orgel in de Evangelisch Lutherse kerk te Purmerendopnieuw in gebruik genomen na een deelrestauratie door Flentrop Orgelbouw.
Het uit 1892 daterende instrument, dat bij oplevering twee vrije slepen telde, bleef inde loop der jaren grotendeels gaaf bewaard. De beide vrije slepen werden in 1917 ingevulddoor P. van Dam. Het Hoofdwerk kreeg bij die gelegenheid een dubbelkorige Voix Céleste 8op de plaats van de oorspronkelijk geplande Cornet. Op de vrije sleep op het Bovenwerkplaatste P. van Dam een Aeoline 8. In 1979 vonden herstelwerkzaamheden plaats doorFlentrop Orgelbouw en bij die gelegenheid werd de Voix Céleste 8 vervangen door eenCornet D III. Het overtollige pijpwerk kreeg uiteindelijk een plaats in het Van Dam-orgelvan de Grote of Jozefkerk te Assen (1896) waar de Voix Céleste juist ontbrak.
Bij de thans voltooide deelrestauratie zijn de magazijnbalg, de windlade en hetwalsbord van het Hoofdwerk alsmede het pedaalklavier gerestaureerd.
De dispositie: Hoofdwerk (Manuaal I, C-g3): Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Violon8, Octaaf 4, Roerfluit 4, Prestantquint 3, Octaaf 2, Cornet D III, Trompet B/D 8.Bovenwerk (Manuaal II, C-g3): Salicionaal 8, Viola di Gamba 8, Fluit Douce 8, FluitTravers 4, Nachthoorn 2, Aeoline 8, Tremblant. Aangehangen pedaal (C-d1). Koppeling HW-BW,afsluitingen HW, BW. Winddruk: 70 mm. wk. Toonhoogte a1 = 435 Hz. Temperatuur evenredigzwevend.
Bron: Jan Jongepier