De artistiek inherente motivatie van orgelmuziek (discussie/slot)
door Hans Fidom | Het ORGEL | Jaargang 98 | (2002) | Nummer 3
Hans Fidom | ![]() |
De artistiek inherente motivatie van orgelmuziek (discussie/slot) Het ORGEL 98 (2002), nr. 3, 31-40 [samenvatting] |
Hans Fidom opende het ORGEL 2001/6 met een Redactioneel waarin hij stelde dat het spelen van oude muziek een veeleisende zaak is. Omdat hij ervan overtuigd is dat de ‘artistieke communicatie’ met de luisteraar zo transparant mogelijk moet zijn, benadrukte hij dat improviseren in eigentijdse stijl eveneens aandacht verdient.
Peter Ouwerkerk en Sietze de Vries reageerden. Ouwerkerk vindt dat musici die ‘een muzikaal verhaal van henzelf vertellen’ terwijl ze oude muziek spelen, niet veroordeeld moeten worden. Fidom antwoordt dat dit niet is wat hij bedoelde. Hij is het met Ouwerkerk eens dat optreden als autonoom kunstenaar waardevolle kansen kan bieden aan organisten. Sietze de Vries pleit voor het improviseren in oude stijlen. Hij vraagt zich af of de ontwikkeling van het orgel niet al is afgesloten. Organisten zijn volgens De Vries ambachtslieden, die ‘functionele kwaliteit’ dienen te leveren. Fidom antwoordt dat zijn perspectief anders is: hij denkt dat de organist, zeker in de 21ste eeuw, allereerst een kunstenaar is, die autonoom musiceren hoog in het vaandel heeft staan. Verder zal de kwaliteit van een improvisatie in oude stijl altijd in de schaduw staan van originele muziek in die oude stijl. De betekenis van dergelijk improviseren is dus vooral van educatieve aard: het kan een uitstekende manier zijn om oude orgels en oude composities te leren kennen.
Fidom interviewde organist Stef Tuinstra en orgelmaker Richold Hosper om de betekenis van zijn ideeën in de praktijk nader in te kunnen schatten. Tuinstra en Hosper blijken beide geïnteresseerd te zijn in wetenschap, maar het is even duidelijk dat deze interesse een bouwsteen is voor een heel eigen perspectief op de orgelkunst. Ze zijn kunstenaars, maar dat betekent niet dat ze de geschiedenis niet zeer serieus willen nemen.
Fidom pleit ervoor het historiseren en musiceren als kunstenaar als gelijkwaardige manieren van orgelspelen naast elkaar te plaatsen. Dit zou de mogelijkheid bieden zowel wetenschappelijk onderzoek door musicologen en natuurkundigen als de artistieke aspecten van muziek serieus te nemen. Volgens Fidom is dit een voorwaarde voor de orgelkunst van de 21ste eeuw, indien die gebaseerd moet zijn op de beste muziek gemaakt op de beste orgels.