De orgelmakerij Gebr. Reil
door Peter van Dijk | Het ORGEL | Jaargang 98 | (2002) | Nummer 2
Peter van Dijk | ![]() |
Deorgelmakerij Gebr. Reil Het ORGEL 98 (2002), nr. 2, 27-31 [samenvatting] |
Op 16 decemer 2001 overleed orgelmaker Albert Reil (1942). Zijn vader Johann (1907-1960) had in 1934 een eigen bedrijf opgericht. Dit bedrijf verhuisde in 1937 naar Heerde. Albert nam de leiding over na de dood van zijn vader. Hij was een jaar eerder begonnen met een opleiding tot pijpenmaker bij Busch (Herten, Duitsland). Broer Han Reil was enkele maanden in de leer bij Kuhn (Männedorf, Zwitserland) en trad in 1963 tot het bedrijf toe.
De overtuiging dat heroriëntatie op de barokke orgelbouw noodzakelijk was voor verdere ontwikkeling kreeg in 1969 een krachtige impuls met de Schnitger Herdenking in Groningen. De gebroeders Reil kozen voor een pioniersrol: ze begonnen met het maken van orgels op basis van historische voorbeelden: het orgel in de Julianakerk te Scheveningen (1973) was duidelijk verwant aan het Schnitger-orgel van Uithuizen (1701). Op termijn ontstonden zo typische Reil-orgels, zoals in de Praemonstratenzer Kerk te Schlägl (Oostenrijk, 1989) en de Dom te Stavanger (Noorwegen, 1992).
Later werden ook orgels uit andere perioden op dezelfde wijze serieus genomen. Het jongste project van de firma illustreert dit als geen ander: op basis van een Standaart-orgel uit 1920 ontstond een nieuw instrument in de Gereformeerde Kerk te Heerde, enkele weken voor de begrafenis van Albert Reil in gebruik genomen; Albert Reil was aanwezig.
De firma staat nu onder leiding van Hans Reil, de zoon van Han. De orderportefeuille is als vanouds ruim gevuld met opdrachten in binnen- en buitenland.