Orgelbouwnieuws: Medemblik, Bonifaciuskerk

Het ORGEL | Jaargang 97 | (2001) | Nummer 1
Medemblik, Bonifaciuskerk
[Orgelbouwnieuws uit de ORGELkrant 2001/01, januari ]

medemblikhk.jpg (25598 bytes)Webpagina

Op 28 oktober werd het gerestaureerde Pieter Backer-orgel van de Bonifaciuskerk teMedemblik opnieuw in gebruik genomen. Het instrument is gerestaureerd door FlentropOrgelbouw, onder advies van C.H. Edskes, die zich in de jaren ’60 alsrijks-orgeladviseur al zeer in het orgel had verdiept.

Het drieklaviers instrument met aangehangen pedaal dat Pieter Backer in 1671 voltooideheeft de tand des tijds niet ongeschonden doorstaan. Johann Heinrich Hartmann Bätzvernieuwde in 1766 de vier bestaande spaanbalgen en voorzag het Rugpositief van een nieuweDulciaan B 8 / Trompet D 8. In 1785 leverde Christoffel Bätz een geheel nieuwRugpositief; het bestaande tongwerk nam hij daarbij over. Bij deze gelegenheidvervaardigde men tevens een nieuw orgelbalkon en werden de bestaande luiken aan dehoofdkas vervangen door de thans nog aanwezige vleugelstukken. Tenslotte werd het geheleorgel opnieuw geschilderd in mahonie-imitatie.

Toen de kerk in 1859 werd verkleind verplaatste J.H. Overdiek het orgel van de noord-naar de westwand; de balgen kregen een plaats in de toren. Vervolgens schilderde men hetinstrument over in een zeer donkere pallisander-imitatie. Twee jaar later raakte het orgelzwaar beschadigd ten gevolge van blikseminslag. De orgelmakers L. van Dam en Zonen kregendaarop de opdracht om het instrument te herstellen. Zij vervaardigden een nieuwe windladeen een nieuw walsbord voor het Hoofdwerk en wijzigden de dispositie van Hoofd- enBorstwerk. Op het Hoofdwerk kreeg de Bourdon 16 in het groot octaaf nieuwe houten pijpenen werd de Quintadeen 8 vermaakt tot Holpijp 8. Verder ruimde de Scherp het veld voor eenRoerfluit 4 en werd het aantal koren van de Mixtuur gereduceerd. Tevens plaatsten zij eenCornet II-III van bestaand pijpwerk en vernieuwden zij de Trompet 8. Ook het Borstwerkbleef niet onaangeroerd. Een nieuwe Fluit 4 nam de plaats van de oude Super Octaaf 2 in,terwijl de bestaande Sexquialter D II het veld ruimde voor een ‘nieuwe’ Octaaf D2, waarvoor pijpwerk uit 1671 werd gebruikt. Tenslotte stemde men het instrument ingelijkzwevende temperatuur. De werkzaamheden werden in 1863 voltooid.

In 1906 werd het orgel in het kader van een kerkrestauratie opnieuw geschilderd inimitatie-eiken. Mogelijk zijn bij die gelegenheid de frontpijpen met aluminiumbronsbehandeld. Op enig moment is ook de bestaande gedeelde manuaalkoppel vervangen door eenongedeelde die door middel van een trede werd bedient.

In 1965 voerde D.A. Flentrop herstelwerkzaamheden aan het orgel uit. Bij dezegelegenheid werden de Borstwerklade en de oude manuaalkoppel hersteld en eenWerckmeister-temperatuur gelegd.

In 1989 restaureerde Flentrop Orgelbouw de vier spaanbalgen. De volgende fasen van eenalgehele restauratie zouden echter tot na de kerkrestauratie van 1993 op zich latenwachten. In 1997 werd de tweede fase voltooid, waarbij windlade, mechanieken en pijpwerkvan het Rugpositief werden gerestaureerd. Bij de thans voltooide laatste fase volgdeherstel van Hoofdwerk, Borstwerk, windkanalen en mechanieken. Daarbij gold de toestand van1863 als uitgangspunt. Voor het Borstwerk maakte men echter een uitzondering omdat de doorVan Dam geplaatste Fluit 4 de klankuitstraling van het overige pijpwerk belemmerde. Daaromis hier de oorspronkelijke dispositie (1671) gereconstrueerd. De orgelkast werd ontdaanvan de oude verflagen die na 1785 waren aangebracht, waarna de kleurstelling uit 1785 werdhersteld. Het bestaande verguldwerk werd hersteld en waar nodig aangevuld.

De dispositie: Hoofdwerk (Manuaal II, C-c3, tenzij anders aangegeven 1671): Bourdon 16(C-H hout 1863), Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Roerfluit 4 (1863), Octaaf 2, MixtuurII-IV, Cornet II-III (oud pijpwerk, in 1863 geplaatst), Trompet 8 (1863). Rugpositief(Manuaal I, C-c3, tenzij anders aangegeven 1785): Holpijp 8, Prestant 4, Roerfluit 4,Quint 3, Octaaf 2, Mixtuur III-VI, Sesquialter D II, Dulciaan B 8 (1766), Trompet D 8(1766). Borstwerk (Manuaal III, FGA-g2a2): Holpijp 8 (1671), Octaaf 4 (1671), Octaaf 2(1671/2000), Sesquialter D (2000), Regaal 8 (1671). Aangehangen pedaal (C-h). KoppelingHoofdwerk-Rugpositief B/D, Afsluiter, Tremulant, Windlosser. Winddruk: 72 mm wk.Toonhoogte: a1 = 435 Hz. Temperatuur: evenredig zwevend.

Bron: Flentrop Orgelbouw en Stichting Pieter Backer-orgel (Medemblik)