De geschiedenis van het orgel in Rusland

door Pavel N. Kravchun | Het ORGEL | Jaargang 97 | (2001) | Nummer 4

 

Pavel N. Kravchun De geschiedenis van het orgel in Rusland
Het ORGEL 97 (2001), nr. 4, juli/augustus 5-16 [samenvatting]

Moskou., Conservatorium, Cavaille-Coll, 1899De eerste vermelding van orgels in Rusland dateert uit de 11de eeuw. In de 15de eeuw werd Moskou het machtscentrum van Rusland. Invloeden uit Italië, Nederland, Duitsland en Engeland op de orgelcultuur in de stad zijn evident. De Orthodoxe Kerk verbood orgelmuziek categorisch. Niettemin bleef de orgelcultuur, bepaald door wereldlijke muziek op kleine orgels, levendig.

Tsaar Peter de Grote verlegde het centrum van Rusland naar St.-Petersburg. Hij bestelde rond 1700 onder meer orgels bij Schnitger. Ook als kerkelijk instrument kreeg het orgel nu een kans: in St.-Petersburg waren zeer veel westerse kerken die orgels lieten bouwen. In de 18de en 19de eeuw zette deze ontwikkeling door. Belangrijke orgelbouwers waren Franz Krisnik (1741-1802) en Georg Maelzel (1807-1866). Gaandeweg nam vooral de invloed uit Duitsland toe: Ladegast, Sauer en Walcker bouwden veel orgels in Rusland. Cavaillé-Coll bouwde slechts één orgel, in het Moskous Conservatorium (1899).

Na de revolutie in 1917 raakte het sociale, culturele en geestelijke leven in verval. Orgels en orgelmuziek werden verwaarloosd. Een opleving vond onder de gematigde Sovjetleider Chroetsjov plaats in de jaren 1950 en 1960; er werden orgels gebouwd door vooral orgelmakers uit de DDR. Van kerkelijk orgelspel was geen sprake meer, maar orgelkunst werd aan conservatoria door heel Rusland weer serieus genomen.

Na de val van het communisme is er weinig goeds te melden. Toch stemmen nieuwbouwprojecten en de opkomst van Russische orgelmakers, zoals Pavel Tchilin in St.-Petersburg, hoopvol.