Orgelbouwnieuws: ‘s-Gravenzande, Evangelische Unie

Het ORGEL | Jaargang 96 | (2000) | Nummer 4
‘s-Gravenzande, Evangelische Unie
[Orgelbouwnieuws uit de ORGELkrant 2000/4, april]

gravenzande.jpg (21386 bytes)Demedewerkers van Hendriksen & Reitsma Orgelbouw voltooiden begin dit jaar deuitbreiding van het orgel in de Evangelische Unie te ’s-Gravenzande. De kas van ditinstrument dateert nog uit 1907 toen het kerkgebouw met een pneumatisch éénklaviersorgel, voorzien van aangehangen pedaal, werd verrijkt. Bij een grondige modernisering vanhet kerkinterieur in de jaren 1960 paste men ook het orgelfront aan. De kappen, lijsten enhet houtsnijwerk verdwenen terwijl verder de oorspronkelijke kleurstelling drastischgewijzigd werd. Het binnenwerk van het orgel werd in 1976 geheel vervangen. Hendriksen& Reitsma leverden toen een nieuw mechanisch éénklaviers instrument waarbij hetgrootste deel van het bestaande pijpwerk opnieuw gebruikt werd. Aan het Manuaal werden eenMixtuur II-III en een Dulciaan 8 toegevoegd. Bij de thans voltooide werkzaamheden is hetorgel uitgebreid met een Dwarswerk van 6 stemmen. Daarbij maakte men gebruik van deoorspronkelijke Holpijp 8 (1907) van het Manuaal; de vrijgekomen plaats werd opgevuld meteen nieuwe Roerfluit 8. Tevens greep men deze gelegenheid aan om de onttakelde orgelkastte verfraaien. De torens kregen hun kappen terug terwijl nieuw geprofileerd lijstwerk engezaagde ornamentiek zijn aangebracht. Tenslotte is het instrument opnieuw geschilderd enzijn de labia van de frontpijpen van bladgoud voorzien. Het aldus vernieuwde orgel werd op18 februari in gebruik genomen.

De dispositie: Hoofdwerk (Manuaal I, C-f3): Prestant 8, Salicionaal 8, Roerfluit 8(2000), Octaaf 4, Fluit 4, Octaaf 2, Mixtuur II-III (1976), Dulciaan 8 (1976). Dwarswerk(Manuaal II, C-f3, 2000): Holpijp 8 (1907), Viola di Gamba 8, Roerfluit 4, Quintfluit 22/3, Woudfluit 2, Terts D 1 3/5. Pedaal (C-d1): Subbas 16 (1976). Koppelingen:manuaalkoppel, Ped-I, Ped-II. Tremulant op gehele werk. Toonhoogte: a1 = 440 Hz.Temperatuur: evenredig zwevend.

Bron: Hendriksen & Reitsma Orgelbouw