Improvisatieles
Het ORGEL | Jaargang 96 | (2000) | Nummer 3
Paul De Maeyer | Improvisatieles Het ORGEL 96 (2000), nr. 3, 9-18 [samenvatting] |
Veel mensen zijn geremd als het erop aan komt zichzelf open te stellen voor anderen;liever schermen ze zich af tegen potentieel misprijzen. Dit is een belangrijk punt voorwie anderen wil leren improviseren op het orgel. Improvisatielessen kunnen helpen bij hetleren ontdekken van eigen muzikale ideeën en het leren structureren van de emoties diedaarmee gepaard gaan. Improviseren geeft de leerling dan de kans om zijn verbeelding tetrainen, actief te gaan musiceren en meer te begrijpen van kunst en cultuur. Van grootbelang is dat de leerling leert zich een voorstelling te maken van wat hij al musicerendwil vertellen. Associëren (door te brainstormen aan de hand van op papier uitgewerktegedachtenschema’s, en door hetgeen confrontaties met andere kunsten opleveren tecombineren) is daarbij een goed hulpmiddel, evenals het controleren ervan door beweging,structuur en techniek in de gaten te houden. Voorwaarden om associatie- encontrolevermogen goed aan te leren zijn: enthousiasme, het besef dat muziek ‘levendeklank’ is, dat je een verhaal vertelt (retorica), concentratievermogen,zelfvertrouwen. Enig drillen kan ook geen kwaad: regelmaat in les en studie leidt snellertot overtuigende resultaten. Wie improviseert, spreekt een persoonlijke muzikale taal. Hetis mogelijk deze taal te leren spreken als kleuter. Eerst klinkt het als eenbrabbeltaaltje dat daarna verfijnd wordt. De musicus staat centraal; het orgel leent hemalleen zijn prachtige stem.