Orgelbouw na 2000 (IV)
door Joop A. Klaassen & Jan-Piet Knijff | Het ORGEL | Jaargang 96 | (2000) | Nummer 2
Joop A. Klaassen, Jan-Piet Knijff | ![]() |
Orgelbouw na 2000 (IV) Het ORGEL 96 (2000), nr. 2, 35-36 [samenvatting] |
In het ORGEL 1999/5 publiceerde Wietse Meinardi een artikel waarin hij de historiserende orgelbouw bekritiseert. Hans Fidom, Sicco Steendam en Wim Winters reageerden in het ORGEL 1999/6, Tjibbe Heidinga en Sietze de Vries in het ORGEL 2000/1. De redactie ontving opnieuw twee reacties. Ingenieur en organist Joop A. Klaassen vindt dat de westerse cultuur van de 20ste eeuw werd gekenmerkt door machteloze ontreddering. Sinds de jaren ’60 werd de orgelwereld steeds meer gekenmerkt door een museumcultuur, gebaseerd op eerbied voor het verleden. Deze cultuur zal ook de nabije toekomst kenmerken, zeker aangezien de belangstelling voor het orgel bij het muziekpubliek niet afneemt. Organist Jan-Piet Knijff concentreert zich op een detail van de discussie: Wim Winters had gezegd dat de historische maatvoering van klaviaturen vaak de enige juist is. Knijff, die tamelijk lang is, vraagt: juist voor wie? Hij pleit ervoor dat banken verstelbaar zijn, evenals de lessenaar. Ook een verstelbaar pedaal, zoals hij aantrof in de National Cathedral in Washington (Verenigde Staten) vindt hij een serieus te nemen mogelijkheid. Knijff benadrukt dat hij niet bedoeld dat historische orgels verminkt moeten worden; wel dat ook die instrumenten een verstelbare bank dienen te krijgen.