Buxtehude’s Passacaglia in d: een liturgisch werk?

door Eddy Mul |Het ORGEL |Jaargang 96 |(2000) |Nummer 2

Eddy MulBuxtehude’s Passacaglia in d: een liturgisch werk?
Het ORGEL 96 (2000), nr. 2,12-13 [samenvatting]

Op basis van bronnen als Luthers Magnificatuitleg, Werckmeisters Musicalische Paradoxal-Discourse en de Hamburgse Kerkorde van 1699 kan men aannemen dat Buxtehude’s Passacaglia in d (BuxWV 161) als orgelpreludium kan hebben gediend in de Lübeckse vesperliturgie, direct voorafgaand aan het gezongen Magnificat. De vorm van BuxWV 161, 4 x 7, is dan een allegorische voorstelling van de persoon van Maria, die in de Lutherse orthodoxie een vooraanstaande plaats innam. Direct aansluitend aan de Passacaglia als klinkende representatie van Maria, volgt dan haar lofzang.