Orgelbouwnieuws: Leiden, Rijksuniversiteit

Het ORGEL | Jaargang 95 | (1999) | Nummer 2
Leiden, Rijksuniversiteit
[Orgelbouwnieuws uit de ORGELkrant 1999/2, februari]

Op 23 oktober werd het nieuwe orgel, gemaakt door Flentrop Orgelbouw, in het GrootAuditorium van de Rijksuniversiteit Leiden in gebruik genomen. De geschiedenis van ditinstrument gaat echter terug tot in de 17de eeuw. Een forse donatie van een Schotsestudent maakte in 1675 de bouw van een orgel mogelijk. Het instrument onderging in de loopder tijd veelvuldig wijzigingen en werd in de 19de eeuw gedemonteerd. In 1936 trachtte menhet orgel te rehabiliteren. Orgelmaker G. van Leeuwen (Leiderdorp) reconstrueerde hetfront aan de hand van het nog aanwezige materiaal (delen van het raamwerk, en de luiken).Het binnenwerk, op pneumatische kegelladen, was meer eigentijds en telde 9 stemmenverdeeld over twee manualen en pedaal. De technische staat van dit instrument liet echtersteeds meer te wensen over. Uiteindelijk besloot men in 1995 tot de bouw van een nieuworgel volgens laat 17de-eeuwse principes, waarbij het uit 1936 daterende frontraam alsuitgangspunt gold. Uitgaande van de frontafmetingen, zoals door de oude deuren aangegeven,is er een systeem van verhoudingen gehanteerd om tot passende mensuren voor het pijpwerkte komen. Het pijpwerk is van gehamerd metaal met een hoog loodgehalte. Voor de gehelePrestant 8 (zowel in het front als op de lade) werd een legering van 90% tin gebruikt. Hetorgel wordt gevoed door een spaanbalg; de Tremulant is opliggend. Adviseur was Ir. H.Kooiker.

De dispositie: Manuaal (CD-f3): Prestant 8 (C, D en E gecombineerd met Holpijp, vanaf Fin het front), Holpijp 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 3 B/D, Octaaf 2, Mixtuur III B/D,Kromhoorn 8 B / Trompet 8 D, Tremulant. Aangehangen pedaal (CD-d1). Winddruk: 68 mm wk.Toonhoogte: a1 = 440 Hz.

Bron: Flentrop Orgelbouw