Ruim vijf eeuwen orgelhistorie in Martinikerk Franeker
door Jan Jongepier | Het ORGEL | Jaargang 95 | (1999) | Nummer 6
Jan Jongepier | Ruim vijf eeuwen orgelhistorie in Martinikerk Franeker Het ORGEL 95 (1999), nr. 6, 20-26 [samenvatting] |
In de Martinikerk te Franeker stond al in 1478 een orgel. In 1528 werd een nieuw orgel gemaakt door Jan van Kovelens. In 1719 werd een nieuw orgel gemaakt door Jan Harmens Kamp; de bouw werd in 1722 voltooid door Johannes Radeker, leerling van Arp Schnitger. In 1838 begon Lambertus van Dam aan de bouw van een nieuw orgel met Hoofdwerk, Bovenwerk en zelfstandig Pedaal. De middelen waren beperkt. Van Dam gebruikte daarom veel pijpwerk uit het oude orgel, het Bovenwerk kreeg slechts 5 1/2 registers. Bij de bouw was organist S.A. Hempenius uit Zwolle betrokken. Op 9 november 1842 vond de ingebruikneming plaats. Het orgel werd tamelijk ingrijpend veranderd in 1915 door P. van Dam.
Het orgel na de laatste restauratie. Foto: Bakker en Timmenga
|
Hij verving op het Hoofdwerk de Quint 3 door een Aeoline 8 en de Fagot 16 door een Violoncello 8. Het Bovenwerk kreeg een nieuwe Viola di Gamba 8. Organist Dirk Kreger, aangesteld in 1938, liet de klank wijzigen volgens zijn neobarokke idealen. De Violoncello 8 werd vervangen door een Holfluit 4, De Aeoline 8 door de Nasard van het Bovenwerk, waar een Scherp voor in de plaats kwam. Ook werd de samenstelling van de Mixtuur en de Cornet veranderd In 1996 is het orgel in de oorspronkelijke staat teruggebracht door Orgelmakerij Bakker & Timmenga. Jan Jongepier was adviseur. Ook de huidige organist, Theo Jellema, was intensief bij de restauratie betrokken. Het orgel kenmerkt zich door een verzadigd en kleurrijk tutti, en in de afzonderlijke registers door Biedermeier-lieflijkheid.