Arnold Clerinx (1816-1898)

door Michel Lemmens | Het ORGEL | Jaargang 94 | (1998) | Nummer 6

 

Michel Lemmens Arnold Clerinx (1816-1898)
Het ORGEL 94 (1998), nr. 6, 14-20 [samenvatting]

100 jaar geleden overleed de orgelbouwer Arnold Clerinx (1816-1898). Clerinx (St.-Truiden) maakte naam met een economielade, waarop hij in 1847 patent kreeg. In deze lade is elke cancel door middel van schotjes in drie delen verdeeld. De windkast bevat per cancel twee ventielen (de één geregeerd door Manuaal I, de ander door Manuaal II). Zo was het mogelijk om met één lade niet alleen twee manualen te realiseren, maar ook om bepaalde registers zowel op Manuaal I als op Manuaal II te laten klinken.

Het Clerinx orgel in Theux (België, 1873)

In het werk van Clerinx zijn drie periodes te onderscheiden. De eerste orgels (tot 1847) klinken helder, fris en iets kloeker dan de latere. Ze hebben steeds een gedeelde Sexquialtera en een volledige Fourniture. De tweede periode begint met de introductie van de economielade. Clerinx’ lade was veel betrouwbaarder dan die van zijn concorrenten. In de orgels komen ook ‘economiemixturen’ voor: de koren die een verdubbeling betekenen van Prestant 4 en Doublette 2 vallen hierin weg. Grotere orgels kregen aparte laden voor elk manuaal. De derde periode begint omstreeks 1867, wanneer Sexquialtera, Sexquint, Violine 2 en Flagéolet plaats maken voor registers die het orgel een grondtonige en soepele sonoriteit geven.

Clerinx’ orgelkasten zijn vrijwel steeds gebaseerd op een eenvoudige structuur. Soms kregen Clerinx-orgels door architecten ontworpen fronten.