De orgelmakers Witte

door Peter van Dijk & Rogér van Dijk |Het ORGEL |Jaargang 94 |(1998) |Nummer 5

Peter van Dijk & Rogér van DijkDe orgelmakers Witte
Het ORGEL 94 (1998), nr. 5, 28-37 [samenvatting]

Er is de laatste jaren veel aandacht voor de orgelmakers Christian Gottlieb Friederich Witte (1802-1873) en zijn zoon Johann Frederik Witte (1840-1902), die de firma J. Bätz & Co. voortzetten. Op 6 juni 1997 promoveerde Teus den Toom aan de Rijksuniversiteit Utrecht tot doctor in de Letteren op een indrukwekkende dissertatie, waarin hun werk zeer grondig is onderzocht en gedocumenteerd.

Het Witte-orgel in de Hervormde Kerk te Beusichem (1858) Foto Peter van Dijk

Recentelijk werden vier Witte-orgels gerestaureerd: de instrumenten in

  • de Grote Kerk te Leerdam (1854, PII/21; in 1997 gerestaureerd door de firma Pels & Van Leeuwen, onder advies van Aart Bergwerff)
  • de Hervormde Kerk te Beusichem (1858, II/18; in 1996 gerestaureerd door de firma Van Vulpen, onder advies van achtereenvolgens Jan Jongepier en Hans van Nieuwkoop)
  • de St.-Martinuskerk te Rijswijk (Gelderland) (1875, II/9; in 1996 gerestaureerd door Henk van Eeken onder advies van Hans van Nieuwkoop)
  • de Christelijk Gereformeerde Kerk te Doornspijk (1879, II/9; in 1995 gerestaureerd door Sicco Steendam, onder advies van Peter Eilander)

Deze orgels laten horen dat er in het werk van vader en zoon Witte naast continuïteit ook verandering en diversiteit te ontdekken valt. In Leerdam en Beusichem (C.G.F. Witte) is een verschuiving van helderheid naar volheid te bespeuren. In Rijswijk en Doornspijk is die robuustheid wat ingetoomd tot deftigheid.