Einige canonische Veraenderungen über das Weynacht-Lied: Vom Himmel hoch da komm ich her. Deel 3 (slot): Bachs visie op tijd en eeuwigheid
door Albert Clement | Het ORGEL | Jaargang 121 | (2025) | Nummer 2
In de eerste twee delen van dit drieluik over Bachs Einige canonische Veraenderungen über das Weynacht-Lied: Vom Himmel hoch da komm ich her stonden achtereenvolgens het ten grondslag liggende kerstlied van Martin Luther, de vraag hoe Bach zich daardoor in dit orgelwerk liet inspireren en de aanleiding tot het componeren daarvan centraal. In dit derde en laatste deel worden andere aspecten van de canon triplex belicht die eveneens wijzen op de representatie van de doxologie uit Luthers kerstlied door deze bijzondere compositie. Die doxologie refereert ook aan de lofprijzing van God door de hemelse engelen. Dat Bach een rotsvast geloof had in een leven na het aardse leven, moge blijken uit het feit dat hij aan het eind van zijn leven het concept van zijn eerder in druk verschenen canonische Veraenderungen licht wijzigde en daarmee integreerde in zijn Leipziger Sammelhandschrift, een persoonlijk document met een sterk eschatologisch karakter.