In het recente nummer
door Jan Smelik | Het ORGEL | Jaargang 120 | (2024) | Nummer 6
Het laatste nummer van jaargang 120 (2024) besteedt veel aandacht aan Oostenrijkse componisten: Anton Bruckner, Franz Schmidt en Augustinus Franz Kropfreiter. Bruckner werd 200 jaar en Schmidt 150 jaar geleden geboren. Dirk Luijmes schrijft over de rol die Johann Sebastian Bachs muziek speelde in Bruckners leven en welke plaats de ‘Bachsen Sachen’ innamen bij de orgelbespelingen en -lessen van de jubilaris.
Tjeerd van der Ploeg schrijft over het leven en werk van Franz Schmidt. Na de biografische schets wordt in het artikel uitgebreid ingegaan op Schmidts visie op het in zijn tijd populaire orgeltype.
Jolanda Zwoferink bespreekt het boek van Klaus Sonnleitner over Augustinus Franz Kropfreiter, die onder meer organist was van het Bruckner-orgel in St. Florian en een omvangrijk oeuvre heeft nagelaten.
Onder de titel “…ein Meisterwerk höchsten Ranges” schrijft Albert Clement over BWV 769, Bachs canonische variaties over Luthers kerstlied ‘Vom Himmel hoch da komm ich her’. In dit eerste van twee delen behandelt hij onder meer overeenkomsten in de structuur tussen het lied en de compositie.
Hans Steketee schrijft over de digitalisering van orgeldocumentatie, die ongekende mogelijkheden biedt om professionals en amateurs van informatie te voorzien. Bij dit artikel zijn ook bijdragen opgenomen van Marten Steketee en Peter van Kranenburg.
Veertig jaar geleden overleed Feike Asma. In zijn column haalt Jos van der Kooy enkele herinneringen op aan deze legendarische organist.
De bijdrage van Hans Fidom in de rubriek Orgelpark behandelt een concert en colloquium rond het harmonium, die op vrijdag 22 en zaterdag 23 november zullen plaatsvinden.
Voor de rubriek Achterplaat schrijft Auke Vlagsma over de orgelkas uit 1629 van het orgel in de voormalige abdij Saint-Philibert in Tournus (Frankrijk).