‘‘Con discrezione’ – Tempo als expressiemiddel
door Reitze Smits | Het ORGEL | Jaargang 119 | (2023) | Nummer 4Louis Couperin, Prélude à l’imitation de Mr. Froberger Het eerste akkoord opgevat als een uitgebreid arpeggio met accacciatura’s
Onder musici wordt verschillend gedacht over de omgang met tempo. Enerzijds wordt er gepleit voor een constant tempo, met de metronoom als objectief ijkpunt, anderzijds wordt er gezocht naar vrijheid en flexibiliteit, gestuurd door het muzikale gevoel. Natuurlijk zijn beide benaderingen op hun plaats, afhankelijk van de stijl van de muziek. Maar er lijkt in onze tijd een sterke neiging te zijn om een rigoureus strikt tempo als uitgangspunt te nemen voor alle muziek. Waarschijnlijk is dat pas ontstaan in de vroege twintigste eeuw, als reactie op de rubato-speelmanier van de eeuw daarvoor, maar ook als uiting van moderniteit, als een keuze voor objectiviteit tegenover de subjectiviteit van de romantiek. Hoe ging men in de achttiende en negentiende eeuw met tempo om? Reitze Smits biedt aan de hand van diverse bronnen boeiende inzichten.
Artikel ‘Decoding Idiosyncratic Hairpins’ van Cheong Yew Choong
Uitleg pianist Seymour Bernstein (vanaf 18.44)