In het recente nummer

door Jan Smelik |Het ORGEL |Jaargang 119 |(2023) |Nummer 4

Het julinummer opent met twee artikelen over historische orgelopnamen. De Deense organist Lars Rosenlund Nørremark voert een pleidooi om oude geluidsopnamen van bijvoorbeeld Widor, Lemare, Reger, Gigout, Messiaen, serieus te nemen als bron voor onze historisch-geïnformeerde uitvoeringspraktijk.

Jaap Brouwer had  een gesprek met Frits Kaan, die als ICT-specialist zich bezighoudt met het restaureren van oude orgelplaten, zoals deze sinds 1910 verschijnen. Tegen welke problemen loopt hij daarbij aan en wat zijn de mogelijkheden om elpee-opnamen te verbeteren? Daarover gaat Brouwers artikel.

Aan oude orgelopnamen refereert ook Reitze Smits zijdelings in zijn artikel ‘‘‘Con discrezione’ – Tempo als expressiemiddel’. In onze tijd lijkt er een sterke neiging te zijn om een rigoureus strikt tempo als uitgangspunt te nemen voor alle muziek. Maar is dat correct? Hoe ging men bijvoorbeeld in de achttiende en negentiende eeuw met tempo om? Reitze Smits biedt aan de hand van diverse bronnen boeiende inzichten.

Jos van der Kooy vertelt in zijn columnrubriek over zijn eerste kennismaking met kerkorganisten en hun werk, en hoe hij in de jaren zestig zelf in Amsterdam kerkdiensten ging spelen.

De schilder Johannes Bosboom wordt wel de negentiende-eeuwse Pieter Saenredam genoemd; hij schilderde veel kerkinterieurs en niet zelden staan daar ook orgels op afgebeeld. Frans Jespers maakte een inventaris van Bosbooms schilderijen met orgels. Hij ging vervolgens na in hoeverre de instrumenten getrouw waren weergegeven en of zijn schilderijen wel documentaire waarde hebben.

In de rubriek Orgelpark vraagt Hans Fidom alvast aandacht voor het symposium dat CIMCIM van 29 augustus tot 1 september in Amsterdam zal houden. ‘CIMCIM’ is de commissie die musea wereldwijd samen hebben opgezet met het oog op hun historische instrumenten- en muziekcollecties.

In 2021 rondde orgelmakerij Reil de restauratie af van het Hinsz-orgel in Leens. Gerrit Hoving en Wietse Ouwejan doken in de geschiedenis van dit fameuze instrument, ze beschrijven de restauratiewerkzaamheden en geven tevens een impressie van het gerestaureerde instrument.

De rubriek Orgelbouwnieuws, dit keer verzorgd door Gerrit Hoving, bevat twee berichten: over het Vierdag-orgel dat overgeplaatst is van de hervormde kerk De Ark uit Delfzijl naar Azoren in Portugal; over het Meere-orgel in de St.-Aloysiuskerk te Utrecht, waaraan Verschueren Orgelbouw in 2022 groot onderhoud verrichtte.

Albert Clement bespreekt de dissertatie van Stephan Beck over Bachs Choralpartita »Herr Christ, der einig Gottes Sohn« BWV 1176 (BWV Anh. 77). Is Becks toeschrijving van dit werk aan Johann Seb. Bach overtuigend?

De vierde aflevering van de serie ‘Antwerpse vormgevers van barokke orgelfronten’ van Auke Vlagsma gaat over Johannes Claudius de Cock. In het bijzonder staat de vraag centraal of De Cock de kassen van het orgel in de Oud-Katholieke Kerk van Den Haag ontworpen heeft.

Neem een kijkje in het nummer: