Voetzetting in het orgelwerk van Johann Sebastian Bach
door Jolanda Zwoferink | Het ORGEL | Jaargang 118 | (2022) | Nummer 3Foto Jolanda Zwoferink
Een van de veelbesproken thema’s binnen de historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk betreft de voetzetting in de orgelwerken van Johann Sebastian Bach. De laatste drie decennia verschenen er publicaties van Jon Laukvik , Ewald Kooiman en Stef Tuinstra die het pedaalspel op authentieke instrumenten in een breed historisch kader plaatsten. Geen van hen benoemde echter de bron die spreekt over Bachs orgelschoenen. Bovendien werd het onderwerp niet bediscussieerd vanuit twee belangrijke invalshoeken: de hoogte van de orgelbank en de hoogte van de hak van de schoen. Omdat deze aspecten een ander licht op de voetzetting in Bachs orgelwerken kunnen werpen, wordt in dit artikel het onderwerp opnieuw besproken. De historische bronnen over voetzettingen worden bestudeerd. Evenzo worden het pedaalspel van Bach en de voetzetting in Bachs orgelcomposities besproken. Ten slotte wordt nagegaan of – gezien lichaamslengte, schoenmaat en hoogte van de hak van de orgelschoen – het spelen met een hak op Midden-Duitse orgels uit de achttiende eeuw mogelijk is.