In het recente nummer
door Jan Smelik | Foto's: Jan Smelik | Het ORGEL | Jaargang 118 | (2022) | Nummer 2
In oktober 2021 voltooide Orgelmakerij Bakker & Timmenga de restauratie van het Friedrich Leichel-orgel in de Lambertuskerk van Arum. Theo Jellema, die als adviseur bij dit project was betrokken, deed (archief)onderzoek naar de orgelgeschiedenis van Arum. Het resultaat daarvan is te lezen in het eerste deel van een tweedelig artikel. Daarin plaatst Jellema het Leichel-instrument ook in de context van de Friese orgelcultuur.
Honderd jaar geleden hield de Nederlandsche Organisten Vereeniging (NOV) een intensieve actie om de salariëring van organisten te verbeteren. Begin 1922 werd bij wijze van proef voor een aantal provincies een paar organisten van naam aangezocht om de salarisactie uit te voeren. In de rubriek ‘Een eeuw geleden’ is hierover te lezen.
De afgelopen decennia is er dankzij restauratieprojecten meer bekend geworden over de orgelmakers Jacobus François en Johannes Jacobus Moreau. Tot op heden ontbrak een complete werkenlijst. Auke H. Vlagsma biedt deze lijst nu voor het eerst aan, waarbij hij tevens informatie geeft over de uitgevoerde werken van de orgelmakers Moreau.
De column van Jos van der Kooy gaat over ‘podiumangst’ en in het bijzonder over wat hemzelf al spelend overkwam en overkomt.
Dit jaar wordt herdacht dat César Franck 200 jaar geleden geboren werd. Franck wordt beschouwd als de vader van de moderne Franse orgelschool. Hij stond aan het begin van een bloeiperiode met componisten als Guilmant, Widor, Vierne, Tournemire, Dupré, Duruflé en Messiaen. In een artikelenserie gaat Jan Hage in op de vraag hoe het anno 2022 gesteld is met het componeren van orgelmuziek in Frankrijk. Hij stelt dat de lijn vanaf Franck ononderbroken verdergaat. In het eerste deel worden vier componisten besproken: Valéry Aubertin, Jean-Baptiste Robin, Jean-Charles Grandrille en Grégoire Rolland.
Jan R. Luth las het boek Bach – zijn meesterwerken en muzikale universum van Christoph Wolff en schreef een uitvoerige bespreking. Cees van der Poel recenseert The work-list of Henry Erben: organ builder in nineteenth-century New York van Stephen L. Pinel.
De rubriek ‘Achterplaat’ staat dit jaar in het teken van objecten uit het Nationaal Orgelmuseum Elburg. In deze aflevering vormt het huisorgel van Jan Keijzer, dat het museum recent verwierf, voor Jan van Gijn aanleiding aandacht te besteden aan deze orgelbouwer.
Neem een kijkje in het nummer: