Een vergeten uitvoeringspraktijk van romantische muziek
door Christo Lelie | Het ORGEL | Jaargang 117 | (2021) | Nummer 5Franz Liszt, 1860
De Fantasie und Fuge über den Choral “Ad nos, ad salutarem undam“ is niet alleen het vroegste orgelwerk van Franz Liszt (1811-1886), het is tevens zijn langste, technisch veeleisendste en muzikaal meest complexe. Deze compositie op een thema uit de opera Le Prophète van Giacomo Meyerbeer (1791-1864) is het eerste grote orgelwerk uit de negentiende eeuw waarin pianistische virtuositeit en een symfonische structuur worden gecombineerd.
De wetenschappelijke studie over de Ad nos van de hand van de Zwitserse pianist, organist en componist Bernhard Ruchti is, voor zover na te gaan, de eerste monografie over dit bijzondere Liszt-werk in boekvorm. De auteur claimt dat hij door zijn bronnenonderzoek de oorspronkelijke uitvoeringswijze van de Ad nos heeft herontdekt.