Stijlontwikkeling bij orgelmaker Joseph Binvignat

door Frans Jespers | Het ORGEL | Jaargang 115 | (2019) | Nummer 4

Cover boek Böckeler

Aan het einde van zijn dissertatie over de Maastrichtse orgelmakers Binvignat stelt Rémy Syrier vast dat Joseph Binvignat na 1800 in zijn bouwstijl verschillende nieuwe registers ging invoeren die Rijnlandse invloed verraden. Hij heeft hier geen verklaring voor.
Een recente ontdekking in Aken in combinatie met een muziekhistorische benadering maakt duidelijk dat Binvignat halverwege zijn loopbaan een concrete aanleiding plus een inspiratiebron had om aan de stijl van zijn instrumenten een bepaalde wending te geven.
Belangrijk is onder meer een boekje van Heinrich Böckeler uit 1876, waarin een aantal werkzaamheden van Binvignat in Aken beschreven worden.
Het ziet ernaar uit dat Joseph Binvignat tussen 1796 en 1804 bij werkzaamheden in en rond Aken niet alleen kennis heeft gemaakt met de stijl van Rijnlandse orgels en de bijbehorende speelpraktijk die flink afweken van wat hij in het Maastrichts-Luikse cultuurgebied gewend was. Maar hij heeft de kwaliteiten van verschillende Rijnlandse registers ook opgemerkt en deze weldra toegepast ter vervanging van oudere stemmen, zowel in zijn Duitse als in zijn Maastrichts-Luikse werkgebied. Dit laatste was mede een gevolg van een omslag in de Limburgse kerkmuziekpraktijk vanaf 1800.