Orgelbouwnieuws: Amsterdam,Keizersgrachtkerk
Het ORGEL | Jaargang 104 | (2008) | Nummer 3
Amsterdam,Keizersgrachtkerk [Orgelbouwnieuws uit de ORGELkrant 2008-03 Maart] |
Foto: Jan Smelik
Daniel Gerard Steenkuyl (1838–1921), knecht en vanaf 1889eigenaar van de orgelmakerij van Pieter Flaes, bouwde zijn tweedeinstrument in de Gereformeerde Kerk aan de Keizersgracht in Amsterdam.Bij deingebruikneming op 12 april 1897 telde het instrument vijftien stemmen,verdeeld over twee manualen. Het pedaal beschikte door toepassing vaneen transmissie over de Bourdon 16’ van het Hoofdwerk. De kaswas gebouwd naar ontwerp van G. B. Salm, de architect van hetkerkgebouw.
In 1913 verving Steenkuyl, inmiddels geassocieerd met Recourt, deDulciaan 8’ van het Bovenmanuaal door een Quintadeen8’. Bijdie gelegenheid werd het pijpwerk schoongemaakt en de intonatienagelopen.
Ook kreeg het orgel een elektrische windmotor. Twintig jaar latermaakte orgelbouwer A. Bik het instrument schoon. Hij polijstte defrontpijpen, voerde een herintonatie uit en voorzag het Pedaal van eenpneumatische lade met daarop een Subbas 16’ en een Violoncel8’.De bas van de Bourdon 16’ kreeg een nieuwe pneumatischetractuur,zodat deze stemnaast de nieuwe Subbas nog steeds op het Pedaal bespeelbaar was. Om denieuwe pedaalregisters plaats te bieden, vergrootte Bik de orgelkas aande achterzijde. Bik verving ook de windmotor door een nieuwe.
In de jaren 1968/69 bracht de firma Fonteijn & Gaal wijzigingenaan in het instrument. De beide manuaalladen werden voorzien vantelescoopringen en beweegbare ladebodems. De pneumatische pedaalladeverving men voor een nieuwe mechanische. Grote delen van detoetsmechaniek werden vervangen, voor een deel in aluminium. Ook despeeltafel en speeltafelinterieur werden vernieuwd. Op het Hoofdwerkwerd de discant van de Bourdon 16’ opgeschoven, vermaakt enaangevuld totRoerfluit 4’.
Op het Bovenmanuaal schoof men de Salicionaal op en kortte men dezestem in tot een Prestant 4’. Op dezelfde wijze werd de Violadi Gamba omgewerkt tot Quint 1 1/3’. De Piccolo verruilde menvoor eennieuwe Woudfluit 2’. Behalve een Subbas 16’ (metpijpenvan de Bourdon 16’ van 1893) omvatte de pedaaldispositie nadeingrepen een Roerfluit8’, een Nachthoorn 2’ (Piccolo van hetBovenmanuaal) en eennieuweSchalmei 4’. De Subbas en de Violoncel van Bik verdwenen. Deomvangvan het Pedaal werd uitgebreid van 27 naar 30 tonen. In 1982 voegde defirma Kaat & Tijhuis op een kantsleep een Kromhoornregaal8’ toe aan het Bovenmanuaal en plaatste de inmiddels derdewindmotor op rij.
Vanaf de jaren 1990 waren er plannen om het orgel te restaureren. In2003 maakte Wilbert Berendsen in samenspraak met Jan Jongepier eenrapport en een jaar later werd Henk Verhoef aangezocht eenrestauratieplan op te stellen. Uit drie inschrijvingen koos men begin2005 voor het plan van orgelmaker Elbertse uit Soest. Medio juni 2006demonteerde Elbertse het instrument om het later in dat jaar te gaanrestaureren.Met een feestelijke ingebruikneming op 17 november 2007 werd hetproject afgerond.
De achterwand van de kas is gereconstrueerd in zijn originele vorm, hetvrije pedaal gehandhaafd en ondergebracht in een nieuwe, aparte kas.
De hoofdkas is geschilderd in de bestaande kleur en enkele details zijngoudkleurig gemaakt. Een nieuwe magazijnbalg werd gemaakt op de plaatsvan de oude, gevoed door een nieuwe windmachine. Om deinstabiliteit van de wind het hoofd te bieden, is de windvoorzieningvoorzien van een schokbalg.
De manuaalladen zijn ontdaan van de toevoegingen uit 1968, maar dedekplaten die toen zijn aangebracht, bleven gehandhaafd omdatverwijdering onaanvaardbare schade zou toebrengen. De kantsleep van delade van het Bovenmanuaal is verplaatst naar de achterzijde van delade; de Quintadeen 8’ is er nu op aangesloten.
In de speeltafel zijn de (naar bleek: oorspronkelijke) toetsen vannieuw beenbeleg voorzien, de boventoetsen werden in ebben vernieuwd. Omde speelaard te verbeteren zijn de toetsen aan de achterzijde ietsverlengd.
Verder werden de registerknoppen vervangen in oude stijl, evenals delessenaarbak, de bakstukken, het knieschot en de bank. Verder is demechaniek integraal gereconstrueerd in aansluiting op de aanwezige oudedelen. Voor het Pedaal maakte men een nieuwe lade, toets- enregistermechaniek en een nieuw pedaalklavier met 27 tonen.
De oorspronkelijke opzet van de Bourdon 16’ is in erehersteld: de pijpen C-d1 staan op een nieuwgemaakte transmissielade,het overige pijpwerk dat in 1968 tot Roerfluit 4’ vermaaktis,staat in originelevorm en aangevuld op de hoofdwerklade. De Mixtuur van het Hoofdwerk isvoor een deel gereconstrueerd. Het Bovenmanuaal herkreeg een Dulciaan8’naar voorbeeld van het gelijknamige register in het orgel van deRemonstrantse Kerk in Rotterdam (Steenkuyl, 1898). De Piccolo2’isgerehabiliteerd als manuaalregister met aanvulling voor fis1-fis3. DeSalicionaal8’ werd teruggewonnen door verlenging van het in 1968ingekortepijpwerk; het groot octaaf is nieuw gemaakt. Op dezelfde manier keerdeook deoorspronkelijke Viola di Gamba terug; het klein octaaf daarvan isgereconstrueerd, C-Hspreken in de Salicionaal. Het vrije Pedaal is gehandhaafd, maar debezetting ervan is gewijzigd. De Bourdon 16’ is –zoals het was in 1893 – weer door middel van transmissie ophetpedaalklavierbespeelbaar.
In plaats van de Nachtoorn 2’ werd een nieuwe Violoncel8’ geplaatst.
De Schalmei 4’ ruimde het veld voor een nieuwe Fagot16’ naar het Rotterdamse Steenkuyl-voorbeeld. Alleen deRoerfluit 8’ uit 1968 bleef,ontdaan van roeren, als Holpijp 8’.
Dispositie:
Hoofdwerk(I, C-f3) | Bovenmanuaal(II, C-f3) | Pedaal(C-d1) |
Bourdon 16’ | Holpijp 8’ | Bourdon 16’ (tr) |
Prestant 8’ | Salicionaal 8’ | Violoncel 8’ |
Roerfluit 8’ | Viola di Gamba 8’ | Holpijp 8’ |
Octaaf 4’ | Quintadeen 8’ | Fagot 16’ |
Quint 3’ | Roerfluit 4’ | |
Octaaf 2’ | Piccolo 2’ | |
Cornet D 4 st. | ||
Trompet B/D 8’ |
Werktuiglijke registers
koppelingen Hoofdwerk-Bovenmanuaal, Pedaal-Hoofdwerk, Pedaal-
Bovenmanuaal
tremulant Bovenmanuaal
toonhoogte: a1 = 440 Hz bij 18o C
winddruk: manualen 85 mm wk.; Pedaal 89 mm wk.
stemming: evenredig zwevend
Bronnen:
Henk Verhoef, Restauratieplan voor het orgel in de Keizergrachtkerk,voormalige Gereformeerde kerk Keizergracht 566, Amsterdam (Amsterdam2004 – niet gepubliceerd);
Henk Verhoef, Eindrapport betreffende de restauratie van het orgel in de Kerizersgrachtkerk te Amsterdam(Amsterdam 2007 – niet gepubliceerd)